Er zijn momenten waarvan je niet snapt, waarom je juist die onthoudt. Voor mij is dit er een: het moment dat wij in groep vijf onze eigen voorleeswedstrijd hielden. Bij meester Winfried in het noodgebouw van onze school schreven wij een verhaal af. Het begin las de meester voor en met je eigen fantasie bracht je het verhaal tot een einde.

Lekker hoor, dat voordragen (ahum)

Was jij benoemd tot één van de beste verhaalmakers, dan mocht je jouw versie delen met de rest van de klas. Midden voor de klas. Zo kon de rest van de klas je goed zien als jij je voordracht deed Go Here. Van de schrijfopdracht zelf was ik toen al fan. Maar die voordracht, zó in de belangstelling staan. Dat vond ik minder okay.

Het voorlezen van onvoorspelbare zinnen. Bah.

Minstens drie van de vier zinnen begon je opnieuw. Soms omdat een woord gewoon te moeilijk was om uit te spreken. Maar vaker omdat je niet wist hoe je de zin moest uitspreken, en waar je de nadruk op moest leggen. Hoe kon je aan het begin van de zin nu weten dat er aan het einde een vraagteken zou staan? En dat je dan je toonhoogte moest laten stijgen?

Onze verlosser: het omgekeerde leesteken

Tijdens een cursus Spaans in Buenos Aires maakte ik kennis met het omgekeerde vraagteken. Wanneer zij een vraag schrijven, zetten Spaanstaligen aan het begin van de zin ook een vraagteken. Maar dan op zijn kop! Haleluja, dat schept duidelijkheid! Zou dit het voorlezen niet een stuk gemakkelijker maken? Zou het aantal zinnen dat je over moest doen niet aanzienlijk slinken, wanneer wij dit ook zouden doen?

Invoeren dat leesteken. Gewoon, voor het gemak

Ik zeg: laten we het niet moeilijk houden. Invoeren die omgekeerde leestekens in de Nederlandse taal. Misschien maakt het ons en onze kinderen een beetje makkelijker om in die stoel te zitten, daar vooraan de klas.




Eerste hulp bij keuzecrisis arrow-right

arrow-left Hét boek voor snelle inspiratie en een lach op je gezicht